Integriteit 'vorige leven' minister Grapperhaus betwist - Mr. Online (2025)

• Van de ambassadeurs

• Geplaatst op:11 oktober 2020
• Laatst aangepast op: 19 augustus 2024

De integriteit van voormalig arbeidsrechtadvocaat en minister Ferdinand Grapperhaus is al een aantal jaar in het geding. De wederpartij heeft toegezegd een procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te starten.

Onze minister van Veiligheid en Justitie Ferdinand Grapperhaus heeft inmiddels geen introductie meer nodig. Een aantal weken geleden kwam hij in opspraak na de uitgelekte foto’s van zijn bruiloft. Daar werden de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus door hem en zijn gasten structureel overtreden. In eerste instantie was het waarschijnlijk dat de minister – die een donatie deed aan het Rode Kruis – ermee weg zou komen. Toch heeft minister Grapperhaus door het Openbaar Ministerie een boete ontvangen voor het incident. Nu lijkt de Nederlandse samenleving dit langzaamaan te vergeten, maar er is meer aan de hand. Er loopt namelijk al een aantal jaar een integriteitskwestie tegen de minister.

Ferdinand Grapperhaus was jarenlang – voordat hij minister van Veiligheid en Justitie werd – een gerenommeerd arbeidsrechtadvocaat. Hij was dé jurist die men moest bellen wanneer er zich een arbeidsrechtelijk probleem voordeed. Zo werd hij ook gevraagd om KPMG Meijburg bij te staan tijdens een arbeidsconflict met Karim Aachboun, fiscalist en juridisch adviseur. Tijdens deze procedure stelt Aachboun dat er onrechtmatigheden hebben plaatsgevonden door Grapperhaus in zijn hoedanigheid als arbeidsrechtadvocaat. Ondanks dit oordeelde de kantonrechter toch dat KPMG Meijburg ‘verwijtbaar heeft gehandeld’. Aachboun heeft in 2018 een tuchtzaak gestart tegen de heer Grapperhaus. In concrete zin wordt Grapperhaus verweten dat hij tijdens de gerechtelijke procedure ‘misleidende informatie’ heeft verstrekt aan de kantonrechter. In april 2018 verklaarde de Raad van Discipline de klacht ongegrond. Aachboun ging vervolgens in beroep bij het Hof van Discipline, maar ook daar werd de klacht ongegrond verklaard.

Aachboun stelt bovendien dat er sprake is van belangenverstrengeling tijdens de procedures bij de Raad van Discipline en het Hof van discipline. De minister van Veiligheid en Justitie – in dit geval dus Grapperhaus – is notabene belast met het benoemen van de leden van deze twee disciplines. Hiermee beargumenteert Aachboun dat er sprake is van een belangenconflict. Nu lijkt het erop dat alle rechtsmiddelen in Nederland voor Aachboun zijn uitgeput. Hiermee is het waarschijnlijk dat de procedure is geëindigd. Ofschoon ziet Aachboun de mogelijkheid om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen. Deze keuze is echter wel opmerkelijk, omdat het hof slechts klachten behandelt jegens lidstaten en niet tegen individuen. Hij heeft nog niet uitgelegd hoe hij dit juridisch gaat onderbouwen. De zaak zal vanzelfsprekend worden vervolgd.